Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Terwijl Ik Israel [1]genees, zo wordt Efraims ongerechtigheid [2]ontdekt, mitsgaders de boosheden van [3]Samaria; want zij werken [4]valsheid; en de dief [5]gaat er in, de [6]bende der straatschenders stroopt daar buiten. 1. Dat is, bezig ben door mijne profeten om de tien stammen tot bekering te vermanen, en hen tot geestelijken en lichamelijken welstand te brengen. Zie Ps.30:3, en onder hfdst.11 vs.3. 2. Dat is, zo bevindt zich, dat de wortel en oorsprong aller boosheid en ongebondenheid tegen de eerste en tweede tafel, is in den stam van Efraim, en voornamelijk in des konings hof te Samaria. Of, hunne boosheid wordt ontdekt, door hunne wederstrevigheid tegen al mijne vermaningen, zulks dat zij zich ongeneeslijk tonen. 3. Zie 1 Kon.16:24. 4. Dat is, allerlei afgoderij en huichelarij, zijnde enkel bedrog en valsheid, waardoor zij het verbond met mj breken; zie Ps.44:18,21; handelende insgelijks valselijk met den naaste; zie Lev.19:11. 5. Stelen, roven en moorden is binnen en buiten vrij, en heeft de overhand, zodat beide tafelen van Gods wet verbroken zijn. 6. Zie boven hfdst.5 vs.1,2.